Informatie over de ligging en het klimaat van het Pajottenland wordt hier gegeven.
Ligging
Het Pajottenland en de Zennevallei is een gebied van 455,14 km² in het zuidwesten van Vlaams-Brabant (FOD Economie, 2016). Er zijn 17 gemeenten (Figuur 1), waarvan er 6 gelegen zijn in de Zennevallei of ten oosten ervan (Halle, Beersel, Drogenbos, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode en Sint-Pieters-Leeuw) en 11 gemeenten in het Pajottenland (Affligem, Liedekerke, Ternat, Roosdaal, Lennik, Dilbeek, Gooik, Galmaarden, Bever, Herne, Pepingen) (Van Assche en Reynaert, 2012; Regionale Landschappen, 2016). Dit gebied wordt verdeeld in 3 verschillende subregio’s (Figuur 1). Deze zijn Zuid-West Pajottenland, Noord-Pajottenland en Zennevallei.
Het Pajottenland en de Zennevallei is een gebied van 455,14 km² in het zuidwesten van Vlaams-Brabant (FOD Economie, 2016). Er zijn 17 gemeenten (Figuur 1), waarvan er 6 gelegen zijn in de Zennevallei of ten oosten ervan (Halle, Beersel, Drogenbos, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode en Sint-Pieters-Leeuw) en 11 gemeenten in het Pajottenland (Affligem, Liedekerke, Ternat, Roosdaal, Lennik, Dilbeek, Gooik, Galmaarden, Bever, Herne, Pepingen) (Van Assche en Reynaert, 2012; Regionale Landschappen, 2016). Dit gebied wordt verdeeld in 3 verschillende subregio’s (Figuur 1). Deze zijn Zuid-West Pajottenland, Noord-Pajottenland en Zennevallei.
Figuur 1: Gebied van het Pajottenland en de Zennevallei met 3 subregio’s. BHG betekent het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Bron: Geopunt (2016).
Figuur 2 is de hoogtekaart van dit gebied. Het hoogste punt is 141 m en het bevindt zich in de Zennevallei. Het landschap is heuvelachtig en wordt doorsneden door twee riviervalleien, met name de Zenne- en Dendervallei (Figuur 3). Parallel met de Zenne ligt het kanaal Brussel-Charleroi. Ten zuidwesten van de Dender stroomt de rivier Mark, terwijl de rivier Bellebeek ten noordwesten van de Dender stroomt. Ten westen van de Zenne stroomt de Zuunbeek.
Figuur 2 is de hoogtekaart van dit gebied. Het hoogste punt is 141 m en het bevindt zich in de Zennevallei. Het landschap is heuvelachtig en wordt doorsneden door twee riviervalleien, met name de Zenne- en Dendervallei (Figuur 3). Parallel met de Zenne ligt het kanaal Brussel-Charleroi. Ten zuidwesten van de Dender stroomt de rivier Mark, terwijl de rivier Bellebeek ten noordwesten van de Dender stroomt. Ten westen van de Zenne stroomt de Zuunbeek.
Figuur 2: Hoogtekaart van het Pajottenland en de Zennevallei. De resolutie van het digitale hoogtemodel (DEM) is 5 m. Bron: Geopunt (2016).
Figuur 3: Waterlopen in het Pajottenland en de Zennevallei. Bron: Geopunt (2016).
Figuur 4 toont de landgebruikskaart van het gebied. Het is duidelijk dat akkerland en grasland dominant zijn. De bebouwingsgraad is het hoogst in de Zennevallei naast het kanaal Brussel-Charleroi. Ten oosten van de Zennevallei zijn er ook veel bossen (Hallerbos, Zoniënwoud, …).
Figuur 4: Landgebruikskaart van het Pajottenland en de Zennevallei. Bron: Geopunt (2016). De opname gebeurt in 2012. De resolutie is 1 m. Lbgebrperc is Landbouwgebruiksperceel ALV (Agenschap voor Landbouw en Visserij). WBN is de rand van de wegbaan. WTZ is de watergang of waterloop.
Klimaat
Volgens de classificatie van Köppen behoren het Pajottenland en de Zennevallei bij het gematigd zeeklimaat (Cfb) met relatief milde winters, milde zomers en neerslag tijdens het hele jaar (Klimaatinfo, 2017). Volgens Figuur 5 valt de neerslag met ongeveer dezelfde hoeveelheid gedurende het hele jaar. De gemiddelde jaarlijkse hoeveelheid neerslag in de periode 1981–2010 in Ukkel bedraagt 852,4 mm (Koninklijk Meteorologisch Instituut, 2017). Het minst aantal neerslagdagen bevinden zich in juli, terwijl het meest aantal dagen met neerslag zich in januari en december bevinden (Figuur 6) (Koninklijk Meteorologisch Instituut, 2017). De maand augustus bevat het hoogst aantal onweersdagen, terwijl december het minst (Figuur 7). Het gemiddeld aantal onweersdagen in Buizingen (Halle) in de periode 1989-2016 is 24,3 dagen (Figuur 8).
Figuur 5: Gemiddelde hoeveelheid neerslag per maand in het weerstation van het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) te Ukkel in de periode 1981-2010 (Koninklijk Meteorologisch Instituut, 2017)
Figuur 6: Gemiddelde aantal dagen neerslag per maand in het weerstation van het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) te Ukkel in de periode 1981-2010 (Koninklijk Meteorologisch Instituut, 2017).
Figuur 7: Gemiddeld aantal onweersdagen per maand in Buizingen (Halle) in de periode 1989-2016. Bron: Van Cutsem (2016).
Figuur 8: Aantal onweersdagen per jaar in Buizingen (Halle) in de periode 1989-2016. Bron: Van Cutsem (2016).
Referentielijst
-FOD Economie (2016). Bodembezetting volgens het Kadaster. http://economie.fgov.be/nl/. Geraadpleegd op 17/10/’16.
-Geopunt (2016). http://www.geopunt.be/. Geraadpleegd op 1/11/’16.
-Klimaatinfo (2017). Het klimaat van Belgie. http://www.klimaatinfo.nl/belgie/. Geraadpleegd op 2/01/’17.
-Koninklijk Meteorologisch Instituut (2017). Algemeen klimaat België. http://www.meteo.be/meteo/view/nl/6042922-Algemeen+klimaat+Belgie.html. Geraadpleegd op 2/01/’17.
-Van Assche en Reynaert (2012). Centrum voor Lokale Politiek (CLP) en Centrum voor Duurzame Ontwikkeling (CDO). UGent, Gent, pp. 1-45.
-Van Cutsem, V. (2016). Neerslagdata Buizingen. Geraadpleegd op 14/10/’16.
-FOD Economie (2016). Bodembezetting volgens het Kadaster. http://economie.fgov.be/nl/. Geraadpleegd op 17/10/’16.
-Geopunt (2016). http://www.geopunt.be/. Geraadpleegd op 1/11/’16.
-Klimaatinfo (2017). Het klimaat van Belgie. http://www.klimaatinfo.nl/belgie/. Geraadpleegd op 2/01/’17.
-Koninklijk Meteorologisch Instituut (2017). Algemeen klimaat België. http://www.meteo.be/meteo/view/nl/6042922-Algemeen+klimaat+Belgie.html. Geraadpleegd op 2/01/’17.
-Van Assche en Reynaert (2012). Centrum voor Lokale Politiek (CLP) en Centrum voor Duurzame Ontwikkeling (CDO). UGent, Gent, pp. 1-45.
-Van Cutsem, V. (2016). Neerslagdata Buizingen. Geraadpleegd op 14/10/’16.
