De blogs van Weerstation Pajottenland.
We blikken aan het einde van jaren '10 (2010 - 2019) terug op 5 belangrijke weergebeurtenissen in het Pajottenland en de Zennevallei. 1. Zware overstroming 13 en 14 november 2010 Op 13 en 14 november 2010 overstroomde verschillende rivieren waaronder de Dender en de Zenne en zelfs het kanaal Brussel-Charleroi. Talrijke gemeenten zoals Sint-Pieters-Leeuw, Halle, Beersel, Liedekerke, Ternat, ... werden zwaar getroffen. Enkele plaatsen zoals Sint-Pieters-Leeuw (centrum en Ruisbroek) werden bedreigd door dijkbreuk, maar dit werd op het nippertje vermeden. Tal van mensen moesten uit hun huizen worden geëvacueerd. Naast de gewone hulpdiensten werd ook een kleine ploeg van het Belgisch leger ingezet om te helpen. De problemen begonnen op 12 november. Door de hevige regenval was het waterpeil van een groot aantal rivieren en kanalen boven het alarmpeil gestegen. Ook de spaarbekkens liepen volledig vol. Tussen 11 en 14 november had het 60 á 80 mm geregend in het Pajottenland en de Zennevallei. Voor het eerst sinds het Kanaal Brussel-Charlerloi 150 jaar geleden werd aangelegd, trad de waterloop buiten zijn oevers in het stadscentrum van Halle. Straten en zelfs het Possozplein liepen onder. Ter hoogte van de Suikerkaai, in het stadscentrum, vloeide het water gewoon over de boord van het kanaal over de straat naar de Zenne. Door de kracht van het water werd het asfalt meegesleurd. De vangrails waren zwaar beschadigd. Halle had tijdelijk een eigen waterval. Het overvolle kanaal veroorzaakte ook problemen t.h.v. het sas in Halle. Het overstort van de Zenne in het kanaal was herschapen in een fontein. Het water van het kanaal stroomde over de sluisdeuren van het sas. Boten dreven op gelijke hoogte met de straat. Het openbaar vervoer was zwaar verstoord vooral de treinen. Ter hoogte van Ruisbroek waren de spoorbeddingen ondergelopen. De oorzaak was een te snelle afvoer van het regenwater in Wallonië zodat Vlaanderen het overvloedige water in korte tijd ontving. Een andere oorzaak was het recente uitbaggeren van het Waalse deel van de Dender.
0 Comments
We blikken aan het einde van jaren '10 (2010 - 2019) terug op 5 belangrijke weergebeurtenissen in het Pajottenland en de Zennevallei.
2. Extreme droogte 2018 Het Pajottenland en de Zennevallei kreunden onder een extreme droogte. In de maanden mei – juli 2018 had het heel weinig geregend. Het waterverbod (oppompen uit waterlopen, auto wassen, tuin sproeien, zwembad vullen, …) gold sinds 23 juli 2018 en eindigde op 18 september 2018. De extreme droogte had heel wat schade aangericht in de land- en tuinbouwsector. Vele oogsten waren mislukt, onder andere deze van maïs, suikerbieten en aardappels. De grassen waren dor en vergeeld. De verschillende velden in Lennik en Halle waren deels in vlammen opgegaan. De oorzaak was dat West-Europa zich bevond, in juni en juli, in een hogedrukgebied dat uitgebouwd was tot in de hogere luchtlagen. Dit hogedrukgebied lag ingebed in een noordwaartse lus van de straalstroom en had zich in noordoostelijke richting ontwikkeld vanuit het Azorenhoog. Deze straalstroom was in 2018 sterk verzwakt, waardoor zich gedurende twee maanden warmte kon opbouwen in West-Europa (blokkades). Het aanhoudende hogedrukgebied gaf stabiel weer met bovennormale temperaturen en droogte. Een dergelijke straalstroom met sterke lussen kon het ontstaan van blokkades bevorderen. Het Pajottenland en de Zennevallei was 1 van de droogste streken van Vlaanderen. De normaalwaarde voor maanden mei, juni en juli bedroeg 211,8 mm. De gemeenten die het grootste neerslagtekort (meer dan 78%) van deze streek hadden, waren Pepingen, Gooik, Liedekerke en Sint-Genesius-Rode. Ze behaalden in deze 3 maanden nog geen 35 mm neerslag. De andere gemeenten hadden ook een neerslagtekort van minimum 63% t.o.v. de normaalwaarde. We blikken aan het einde van jaren '10 (2010 - 2019) terug op 5 belangrijke weergebeurtenissen in het Pajottenland en de Zennevallei. 3. Hevige sneeuwval in december 2010 De maand december 2010 was echt sneeuwrijk in ons land. In Ukkel waren er 23 sneeuwdagen (referentieperiode 1981-2010: 4 dagen) en dat aantal was hier nog nooit zo hoog in een decembermaand sinds tenminste 1901. We hadden in december 2010 te maken met belangrijke sneeuwval, dit was onder andere zo in de nacht van 23 op 24 december. Op 23 december lag te Buizingen (Halle) 's avonds 9 cm en s’ochtends 22 cm, in Lembeek (Halle) lag op de 24e ook 20 tot 21 cm sneeuw. De sneeuwval hield verband met een storing die de grens aanduidde tussen vochtige en zachtere lucht ten zuiden van ons land en de continentale lucht in het noorden. Tijdens de maand december waren in Pajottenland en de Zennevallei in totaal slechts 4 dagen zonder sneeuw. De sneeuw was verdwenen in het begin van januari 2011. Die sneeuwval had zware gevolgen voor het verkeer. Op de snelweg E429 reden 2 vrachtwagens zich vast in de sneeuw en ze blokkeerden urenlang het verkeer. Het verkeer in het Pajottenland en de Zennevallei verliep stapvoets. Het strooizout was op bij de Pajotse gemeenten zodat ze de wegen niet meer sneeuw- en ijsvrij konden maken. Er lag wekenlang ijs en sneeuw op de wegen. Het eiste ook een slachtoffer. In Halle schoof, omwille van de dooi, een grote hoeveelheid sneeuw af van het dak van het station. De ijsmassa stortte naar beneden en kwam op het dak van een wagen terecht. De autobestuurder liep lichte verwondingen op. We blikken aan het einde van jaren '10 (2010 - 2019) terug op 5 belangrijke weergebeurtenissen in het Pajottenland en de Zennevallei. Op 7 juni 2014 groeide een onweerswolk uit tot een supercel (zwaarste type onweersbui) boven Henegouwen. Het trok over het Pajottenland en de Zennevallei. Er ontstond een hagelbui boven Dilbeek, Vilvoorde en vooral Brussel. De oefenwedstrijd België - Tunesië moest een klein uur stilgelegd worden omwille van de grote hagelbollen die uit de lucht vielen. Diezelfde hagelbollen hadden vele wagens beschadigd. Deze supercel zorgde ook voor wateroverlast en modderstromen in Gooik en Lennik en in beperkte mate Herne en Dilbeek. De brandweer van Lennik kreeg in totaal een 100-tal oproepen en moest versterking vragen aan de korpsen van Asse en Opwijk. Deze buitengewone onweersbui heeft een lange levensduur dankzij de zeer effectieve energievoorziening. De supercel kan ontstaan wanneer er bij een onweersbui grote verticale windschering is, waardoor de windrichting en -snelheid in de bovenlaag sterk afwijkt van die in de onderlaag. Door de windschering ontstaat er een horizontale draaiing (vorticiteit) die door de updraft (stijgstroom) verticaal wordt getild. Dat wordt een mesocycloon genoemd. Hierbij draaien de warme updraft en de koude downdraft (daalstroom) tegen elkaar in. Doordat ze gescheiden zijn, worden de warme stijgwinden die de bui in stand houden niet onderdrukt door de koude daalwinden. Hierdoor kan de bui uren blijven bestaan. Een supercel gaat vaak gepaard met zware neerslag en windstoten, hoge activiteit van bliksems en (dikke) hagel. Uit de mesocycloon kan een tornado ontstaan, maar gelukkig gebeurde het niet op die dag. Maar de mesocycloon en de muurwolk (wallcloud) werden wel waargenomen in het Pajottenland en de Zennevallei. Zulke supercellen van Amerikaanse toestand komen weinig voor in België. Het verhaal was nog niet gedaan. Er kwamen nog talrijke onweders op 8, 9 en 10 juni 2014 en een bijzonder wolkensoort zogenaamde Asperitas. We blikken aan het einde van jaren ’10 (2010 – 2019) terug op 5 belangrijke weergebeurtenissen in het Pajottenland en de Zennevallei.
5. 40 graden en droge microburst Op 25 juli 2019 verbrak de temperatuur de magische grens van 40 graden in het Pajottenland en de Zennevallei. De temperatuur liep nooit zo hoog op sinds het begin van de metingen. Maar liefst 41,3 graden werd opgetekend in Halle, 40,7°C in Bever, 40,3°C in Herne, 41,2°C in Liedekerke, 41,0°C in Pepingen en 40,4°C in Tollembeek (Galmaarden). Dit had gevolgen in verscheidene gemeenten. Een Thalys-trein stond stil in Ruisbroek (Sint-Pieters-Leeuw). Deze had problemen met de airco. De 350 reizigers moesten uitstappen en reisden verder met andere treinen. Het asfalt van enkele straten smolt. De hete dag was nog niet voorbij en we hadden te maken met een ander weerfenomeen namelijk een droge microburst. Dit veroorzaakte schade in Halle (Stroppen, Windmoleken en centrum Halle). Verschillende bomen waren ontworteld. Enkele platen van het gebouw mechanica en luifels van de speelplaats van de Don Bosco school Halle vlogen weg. Op de Beestenmarkt waren de zonnepanelen op het dak van een appartementsgebouw weggewaaid. In het Albertpark viel een boom om, waardoor de Parklaan versperd werd in de richting van de Leide. Een microburst is een sterke neerwaartse stroming van lucht in een onweersbui. Deze veroorzaakt windstoten tot 160 km/u. Maar het was wel bijzonder omwille het verdampen van de neerslag. Dit is heel zeldzaam in België. Meestal worden we geconfronteerd met natte microbursts. Weersoverzicht november 2019 in Halle.
Bij het begin en het einde van november 2019 (behalve 30 november) was het warmer dan gemiddeld. Toch lagen de temperaturen het grootste deel van deze maand onder de normale waarden. Uiteindelijk zorgde dit voor normale gemiddelde temperaturen (6,8°C) (norm.: 6,8°C). De gemiddelde maximumtemperatuur bedroeg 9,9°C (norm.: 9,4°C) en de gemiddelde minimumtemperatuur 4,0°C (norm.: 4,1°C). De hoogste temperatuur van de maand was 15,0°C. De eerste vorst in het winterseizoen 2019 - 2020 in het Pajottenland en de Zennevallei begon op 16 november. In deze maand waren er 6 vorstdagen. De koudste dag was op 20 november 2019 met -2,9°C. November 2019 was een normale maand voor de neerslag. In Halle viel 71,5 mm neerslag (norm.: 76,4 mm) op 21 dagen (norm.: 18,8 dagen). De grootste hoeveelheid, namelijk 10,6 mm, viel op 3 november. In deze maand waren er geen enkele onweers- en hageldagen. De overheersende windrichting bedroeg Z. Norm. = normale maandelijkse waarden van Ukkel (KMI). |
AuteurJoris Dewolf Archieven
Mei 2024
Categorieën |