De blogs van Weerstation Pajottenland.
Vorst in het voorjaar tijdens de bloei van fruitbomen kan leiden tot schade aan de bloesems met grote oogstverliezen als gevolg in het Pajottenland. Voorjaarsnachtvorst ontstaat bij open en windstille hemel, waarbij de bodem en de bomen hun warmte verliezen door uitstraling naar boven. Wij spreken dan van stralingsvorst. De temperatuur zal het snelst zakken aan het bodemoppervlak en stijgen met toenemende hoogte. Dat wordt ook wel eens temperatuurinversie genoemd. Soms treedt ook windvorst op, waarbij koude polaire lucht door de wind wordt aangevoerd vanuit het noorden tot noordoosten. Stralingsvorst is makkelijker te bestrijden dan windvorst.
Er zijn verschillende vorstbestrijdingstechnieken met hun eigen voor- en nadelen. Paraffinepotten Emmers gevuld met paraffine worden over de boomgaard verspreid en in brand gestoken. Warmte wordt afgegeven aan de plantendelen door convectie en straling. Per vorstnacht zijn bij lichte vorst al snel 250 à 300 potten/ha nodig. Bij zware vorst moet men meer potten per ha zetten. Voordelen: +Geen grote investering +Kan gebruiken voor meerdere jaren Nadelen: -Hoge werkingskost en arbeidsintensief -Sterke rookvorming, overlast voor bewoners en milieubelastend -Niet alle types potten geven evenveel warmte vrij -Prijzig (30 euro per pot) -Weinig energie-efficiënt, vooral bij windvorst Beregening Bij bovenkroon beregening wordt water over de fruitbomen gesproeid, dat bevriest op de plantendelen. Hierbij wordt stollingswarmte vrijgegeven aan de bloesems. Er moet steeds een laagje vloeibaar water over het gevormde ijs aanwezig zijn. Wanneer de ijslaag “opdroogt” of volledig bevriest, zullen ook de bloesems bevriezen. Daarom moet continu beregend worden, totdat het ijs vlot van de bomen valt. Wanneer de temperatuur ‘s morgens traag stijgt, kan het nodig zijn tot ’s middags te beregenen. Door enkel over de bomen te beregenen (flipper-systeem) kan de nodige hoeveelheid water aanzienlijk verminderd worden (12-25 m³/ha/uur). Dit systeem is echter zeer gevoelig voor zijwind, waarbij de bloemen mogelijk onvoldoende met ijs bedekt worden. Bij onderkroon beregening wordt water verneveld over het bodemoppervlak. Wanneer dit water bevriest wordt warmte vrijgegeven en stijgt de omgevingstemperatuur. Onderkroon beregening kan ook worden toegepast bij steenfruit en biedt een doeltreffende bescherming bij temperaturen tot -2 à -3 °C bij een waterverbruik van 10-25 m³/ha/uur. Voordelen: +Meest effectieve techniek, doeltreffende bescherming mogelijk bij temperaturen tot -5 à -9 °C +Lage werkingskost en weinig arbeidsintensief Nadelen: -Grote hoeveelheden water nodig: 30-35 m³/ha/uur, hoge investeringskost voor aanleggen vijver en installatie, vergunning nodig grondwaterwinning -Milieubelastend indien geen hemelwater wordt gebruikt -Risico op infecties, wateroverlast, scheuren van takken en fytotoxiciteit bij gebruik van verontreinigd water -Niet geschikt voor steenfruit (kers, perzik, abrikoos, pruim, …) Warme luchtkanonnen Propaangas wordt verbrand om lucht op te warmen die de boomgaard ingeblazen wordt. Warmte wordt afgegeven aan de plantendelen door convectie. De Frostguard staat op een vaste plaats in de boomgaard. De Frostbuster wordt met een tractor door de boomgaard getrokken, waarbij men om de 8 à 10 min hetzelfde punt passeert. Voordelen: +Relatief lage werkingskost +Doeltreffende bescherming mogelijk bij temperaturen tot -3 à -5 °C +Geen rookvorming +Frostguard: Automatische start-stopfunctie mogelijk +Frostbuster: beschermde oppervlakte tot 8 ha Nadelen: -Hoge investeringskost -Weinig energie-efficiënt, vooral bij windvorst -Frostbuster: arbeidsintensief, geluidsoverlast -Frostguard: beschermde oppervlakte slechts 0,7-1 ha Windmachines Warmere lucht wordt naar beneden gehaald. Alvorens te investeren in een windmachine moet er nagegaan worden hoe vaak temperatuurinversies voorkomen. Het temperatuurverschil tussen 2 m en 10 m boven de grond zou voor de meeste vorstnachten minstens 1,5 °C moeten zijn. Windmachines met een ingebouwd verwarmingssysteem kunnen ook ingezet worden bij windvorst. Voordelen: +Lage werkingskost, weinig arbeidsintensief +Beschermde oppervlakte tot 5 ha of meer Nadelen: -Hoge investeringskost -Werkt enkel bij stralingsvorst met voldoende temperatuurinversie -De maximale temperatuurwinst wordt bepaald door de sterkte van de temperatuurinversie en is meestal slechts 30% van het temperatuurverschil tussen 2 m en 10 m boven de grond. -Bouwvergunning vereist voor vaste constructie (niet voor verplaatsbare windmachines) -Geluidsoverlast Er zijn nog paar passieve technieken. *Grasstrook maaien en zwartstrook onkruidvrij houden. Bij stralingsvorst moet de bodem zo veel mogelijk warmte aan de lucht kunnen vrijgeven zodat de omgevingstemperatuur minder snel daalt. Begroeiing van de bodem vormt een soort isolerende laag die de warmteafgifte van de bodem naar de lucht beperkt. Daarom wordt aangeraden de grasstrook kort te maaien en de zwartstrook onkruidvrij te houden. *Irrigatie tijdens de dag voor nachtvorst. Ook de aanwezigheid van lucht in een droge bodem zal het warmtetransport doorheen de bodem beperken. Aangezien water de warmte beter geleid, wordt daarom aangeraden een droge bodem overdag te irrigeren. Hierdoor kan de bodem overdag ook meer warmte opslaan die ’s nachts wordt afgegeven aan de omgeving. *Sluiten van hagelnetten of regenkappen. Door regenkappen of hagelnetten te sluiten kan de warmte onder de kap beter behouden blijven. ’s Nachts koelt het trager af, maar ’s morgens warmt het ook wat trager op. Bij lichte nachtvorst kan men met regenkappen een verschil van 2 °C bekomen, de ervaringen met hagelnetten zijn wisselend. Bij zware nachtvorst kan netten/kappen sluiten nadelig zijn. *Beheer van de luchtstroming. Bij stralingsvorst en windstille condities stroomt de koude lucht met het reliëf van de boomgaard mee naar beneden. Deze luchtstroming mag niet gehinderd worden, zodat er nergens in de boomgaard opstapeling van koude lucht kan plaatsvinden, bijvoorbeeld in ingesloten lager gelegen delen of tegen obstakels zoals bomen, hagen, muren of beplanting. Bij windvorst is het belangrijk om de instroom van koude, polaire lucht te blokkeren. Hiervoor kunnen aan de noord- tot oostzijde van het perceel (tijdelijke) windbarrières geplaatst worden zoals een muur van palloxen, hagen of windschermen. Let daarbij op de helling van het perceel m.b.t. tot de koude luchtstroming bij stralingsvorst. *Bladbespuitingen. Soms worden de fruitbomen voor de vorst bespoten met vorstwerende middelen zoals Frozil en Greenstim of diverse bladvoedingen, maar de werking hiervan is beperkt tot onbestaande.
0 Comments
In vorige week was er 20-25 graden en de voorbijgaande dagen heeft het gesneeuwd. Het waren typische aprilse grillen, maar hoe ontstaat dit?
Het zeewater is het koudst in maart. In april begint het zeewater geleidelijk weer warmer te worden. Het land warmt veel sneller op dan de zee. Hierdoor ontstaat er een enorm temperatuurcontrast tussen land en zee. En door dit verschil wordt er een luchtcirculatie in gang gezet. Boven het snel opwarmende land ontstaat een groot lagedrukgebied door het toedoen van thermische stijgbewegingen. Boven de koude zee ontstaat het hogedrukgebied omwille thermische daalbewegingen. Dus het hogedrukgebied staat boven de zee en het lagedrukgebied boven het land. Op basis van de wet van Buys-Ballot kan de lucht maar uit één kant waaien en het is vanuit het noorden. Met deze overheersende, noordelijke wind stroomt regelmatig polaire lucht over ons waardoor ontstaan er de winterse buien. Hoe kouder de bovenlucht, hoe meer verticale luchtbewegingen (meer instabiel) en hoe meer kans op buien. Vooral als de lucht van over zee komt en bevat dus veel vocht, kan deze koude bovenlucht resulteren in buien met donderslag, korrelhagel en sneeuw. Bij zulke buien kan het kwik in enkele minuten meer dan 5 graden dalen tot zelfs rond het vriespunt. Tussen de buien door is de lucht vaak helderblauw en warmt het weer snel op naar een graad of 10. De weeramateur uit Buizingen (Halle) begon sinds 1983 met de waarnemingen en had het sneeuwdek in april nog nooit waargenomen! Weeroverzicht maart 2021 in Halle.
Maart 2021 begon en eindigde veel warmer dan gemiddeld. Toch lagen de temperaturen het grootste deel van de maand onder de respectievelijke normalen. De gemiddelde temperatuur was 7,5°C (norm.: 7,1°C). De gemiddelde maximumtemperatuur bedroeg 11,8°C (norm.: 10,9°C) en de gemiddelde minimumtemperatuur 3,5°C (norm.: 3,5°C). De hoogste temperatuur van de maand bedroeg 25,2°C op 30 maart 2021. De koudste dag was op 6 maart met -2,7°C. Er waren 3 vorst-, 0 ijs- en 1 zomerdagen. Wanneer wij naar de gemiddelde temperatuur over gans de maand kijken, was maart een normale maand. De gemiddelde luchtdruk van de maand lag boven de normale waarde en bedroeg 1020,5 hPa (norm.: 1016,3 hPa). De gemiddelde relatieve luchtvochtigheid was 76% (norm.: 75%). Maart 2021 was gemiddeld gezien een iets drogere maand. In Halle viel 50,9 mm neerslag (norm.: 59,3 mm) op 13 dagen (norm.: 15,7 dagen). Het bevatte bijna 14% minder neerslag dan normaal. De grootste hoeveelheid, namelijk 15,5 mm, viel op 4 maart. Er waren geen enkele sneeuwdagen (norm.: 2,7 dagen), 1 onweers- en 1 hageldagen. De gemiddelde windsnelheid voor Halle bedroeg 13,1 km/h (gekalibreerd voor 10 m hoog) (norm.: 14,0 km/h). De maximum windstoot was 41 km/h op 3 meter en het wil zeggen dat het ongeveer 90 km/h op 10 m bereikte op 10 en 13 maart 2021. De overheersende windrichting bedroeg ZZW. Norm. = normale maandelijkse waarden van Ukkel (KMI). De gemiddelden voor de periode 1991-2020 (referentieperiode van 30 jaar voor het huidige klimaat). |
AuteurJoris Dewolf Archieven
Mei 2024
Categorieën |